In 2011 kreeg ik een map met alle documenten die verband houden met mijn oom. Die nieuwe informatie is hieronder in "zijn" verhaal verwerkt.
Henk, matroos 2de klasse
(datum onbekend)
De eerste signalen ......
Mijn oom Friedrich Heinrich Rienstra, of Henk zoals hij genoemd werd, was bemanningslid op de onderzeeboot de O13 die in de eerste dagen van de oorlog naar Engeland was uitgeweken. De communicatie in die dagen was echter zo slecht dat ik betwijfel of mijn opa en oma wisten dat dit gebeurd was. Sterker nog, ik weet niet eens zeker of ze wel wisten dat hij op de onderzeeboot Hr.Ms. O13 diende.
Naar ik aanneem vernam de familie niets van hun zoon en broer, tot .....
tot er in october 1940, vlak voor zijn 19-de verjaardag, een brief op de mat viel uit Den Haag met als onderwerp "Achtergelaten eigendommen".
In deze brief, gedateerd 8 october, wordt meegedeeld, "dat in onze opslagplaats werd aangetroffen, de militaire uitrusting van uw zoon", met het verzoek een recu getekend terug te sturen, waarna "de goederen u zullen worden toegezonden".
Het ging hierbij om de afwikkeling van de administratie van Hms."Wachtschip" te Willemsoord.
Volgens de bijgevoegde bijlage met recu betroffen de goederen één koffer en één plunjezak.
Nu weten we dat binnen de marine de ondergang van de O13 al lang bekend was, dat er ook geruchten rondzongen, maar voor mijn grootouders was dit een eerste veeg teken dat er misschien wel eens echt wat aan de hand zou kunnen zijn. Mijn opa wilde natuurlijk opheldering. Waarschijnlijk vroeg hij hierom in een brief van 3 november gericht aan het roode kruis.
Binnen een week was er antwoord, gedateerd 8 November.
Nee hoor, niets aan de hand, uw zoon is met de H.M. O13 naar Engeland vertrokken. Daarbij zijn wat goederen achtergebleven en die zijn u slechts ter bewaring toegestuurd!
U kunt wel proberen met een kort berichtje van maximaal 25 woorden (!) met uw zoon in verbinding te komen. Wij zullen dat dan aan het internationale roode kruis in Geneve doorzenden.
Bekendmaking overlijden Henk.
Nou ik kan me de opluchting en blijdschap, en misschien toch ook wel wantrouwen, in huize Rienstra goed indenken! Echter, helaas .... , een paar weken later: .........
Weer een brief met rood kruis op de mat. Deze keer gedateerd 23 November en een stuk korter, met de mededeling dat:
"Door tusschenkomst van het Internationale Comité van het Roode Kruis te Genève een opgave werd ontvangen van militairen der Koninklijke Marine, die aan boord van hun schip om het leven zijn gekomen en dat zich daaronder ook bevindt
Uw zoon F.H. Rienstra,
matroos 3e klasse der Koninklijke Marine
Nadere bijzonderheden omtrent oorzaak en plaats van het gebeurde werden helaas tot dusver niet medegedeeld."
Afschuwelijk: eerst hoor je dat er niets aan de hand is en een paar weken later krijg je dit te horen !!
In het overlijdens bericht van de familie van 27 November 1940 wordt bericht dat Henk "in den ouderdom van ca. 19 jaar" was overleden, omdat "het droeve bericht van het Roode Kruis te Genève zonder opgave der juiste data was". In werkelijkheid was hij dus nog 18 toen de boot verdween.
Dan ontvangen ze een paar dagen later nóg een officiële brief, gedateerd 29 November, waarin de marine haar deelname betuigt, getekend door De Schout-bij-Nacht L.A.C.M. Doorman. De marine vertelt hierin ook dat hij op de O13 diende. Het bericht van zijn overlijden zou via het roode kruis bij hun zijn binnengekomen.
Wist marine in 1942 dat O13 op mijn was gelopen?
Soms vind je iets dat al lang vergeten was en wat ergens stof aan het vergaren was. Zo dook er ineens een "dagboekje" van wijlen mijn vader op waarin hij in 1942 als zeventien jarige zijn belevenissen en gedachten bijhield. Hij schreef op 28 december dat de O13 op een mijn zou zijn gelopen. Letterlijk staat er: "Piet uit Den Helder bij ons geweest verteld dat Henk laatste oorlogsdag met de O13 op een mijn gelopen is".
Het is niet duidelijk of dit de persoonlijke mening van een marine man was of dat dit gebaseerd is op formele marine standpunten ..
De officiëel "ware" toedracht.
Mijn grootouders bleven waarschijnlijk de hele oorlog met de vraag zitten wat er gebeurd zou kunnen zijn en wanneer. Eerst na de oorlog vernemen ze hier meer over.
In een brief, getekend door de minister van Marine, J.M. de Booy, gedateerd 12 April 1946, wordt hun de formele toedracht als volgt beschreven: ....
"Ten vervolge van het voorgaande bericht van het roode kruis heb ik de eer u alsnog het volgende te berichten:
Uw zoon bevond zich aan boord van Hr.Ms. "O-13",
welke bodem op 12 Juni 1940 met een oorlogsopdracht naar
zee is vertrokken. Op 19 Juni d.a.v.had genoemde bodem
zich behooren te melden, hetgeen echter niet geschiedde.
Aangezien uit Duitsche berichten is op te maken, dat
op 18 Juni ongeveer in het zeegebied alwaar Hr.Ms "O-13"
opereerde een onderzeeboot door Duitsche
zeestrijdkrachten is aangevallen, moet helaas worden
aangenomen, dat dit dezen bodem betrof.
Omtrent het lot der bemanning werd sedertdien evenmin
iets vernomen. In verband hiermede moet helaas worden
aangenomen, dat allen om het leven zijn gekomen."
Nawoord.
Nawoord
Dit is het wel zo'n beetje wat we van de jaren in en vlak na de oorlog afweten. Er zijn nog wel diverse brieven over de afwikkeling van mijn ooms nalatenschap, waarbij ik de laatste brief over een uiteindelijk nadelig saldo dat mijn Opa zou moeten betalen, op de vorige pagina beschreven heb.
Terug naar de "Jaren voor de oorlog"
of bekijk hier wat "Foto's van Henk tijdens zijn reis met de Tromp".